Kies een periode en situeer je onderwerp in tijd en ruimte. Tijdlijn + uitleg + automatische feedback + samenvatting.
Klik een periode. De gekozen periode licht op.
Onderwerp / gebeurtenis / bron:
Wat weet je al over de tijd? (jaar/eeuw/periode – mag onzeker zijn)
Noteer zo precies mogelijk: jaar/eeuw/periode + “vroeg/laat” indien relevant.
Hoe plaats je dit t.o.v. andere gebeurtenissen? (voor/na/tijdens)
Waar speelt dit zich af? (continent/land/regio/stad)
Welke ruimtelijke kenmerken zijn belangrijk? (rivier, kust, handelsroutes, grensgebied…)
Kies in welk(e) domein(en) jouw onderwerp vooral thuishoort. (meerdere keuzes)
Korte toelichting: waarom past dit onderwerp in dat domein?
Selecteer en kopieer onderstaande tekst.